De betekenis van de Odyssee: Odysseus' terugkeer (2/3)

Kirke
De volgende bestemming is het welbekende eiland van Kirke, Aiaia. Na drie dagen aan de kust van het eiland te zijn gebleven, ziet Odysseus rook in de verte, maar besluit eerst te gaan eten en slapen, en het te verkennen op de volgende dag. Wat Odysseus hierna zegt is interessant:
“Luister naar mijn woorden, beste mannen, ook al hebben jullie het zwaar, want wij weten van geen west en geen oost, noch waar de zon, die schijnt voor de stervelingen, onder de aarde afdaalt, noch waar hij opklimt; maar laten wij rap overleggen, of er nog een verder plan is, ik denk van niet.” (10.189-193).
Ze zijn dus compleet verdwaald, ondanks dat Odysseus als zeeman zijn omgeving zou moeten kennen. Nu kan dit misschien ook verklaard worden als een eigenschap van de ‘fantasiewereld’ waarin Aiaia zit en alles anders is. Maar er zit ook iets symbolisch in, met het oog op de volgende gebeurtenissen.
Wetende wat de bewoners op de vorige eilanden hebben gedaan, is iedereen huiverig om naar Kirke te gaan. Er worden twee groepen gemaakt, één geleid door Odysseus, en de andere door ene Eurylochos, en er wordt geloot wie de verkenningstocht gaat maken. De groep van Eurylochos heeft de pech gekozen te worden, en gaat naar Kirke. Daar worden ze in de val gelokt en veranderd in varkens. Dit kan misschien weer gezien worden als straf voor de domheid en gierigheid van de bemanning. Echter, Eurylochos, die wordt beschreven als ‘godgelijk’ (205) en ‘fier’ (207) voelt aan dat ze in de val gelokt worden, en blijft uiteindelijk als enige achter om weer terug te gaan en te vertellen wat er gebeurd is. Ondanks dat hij wijzer is dan de andere bemanningsleden, is Eurylochos nog geen Odysseus: hij weigert terug te gaan met Odysseus om de bemanning te redden, en blijft achter als Odysseus naar Kirke vertrekt.
Zodra Odysseus bij haar aankomt, ontmoet hij Hermes, die hem een medicijn geeft die hem immuun maakt voor Kirke’s tovenarij, en hem de stappen vertelt die nodig zijn om de bemanning weer vrij te maken. Odysseus neemt het medicijn, waardoor hij niet in een varken verandert, en bedreigt haar met een zwaard. Hierop smeekt ze om haar leven, en biedt aan om met haar te vrijen om “elkaar weer [te] vertrouwen” (335). Odysseus stemt toe, maar alleen als ze een eed aflegt waarop ze zweert hem geen kwaad te doen. Hierna laat ze ook zijn mannen weer vrij, en worden ze allemaal bediend in overvloed.
Eurylochos en zijn groep zijn intussen nog steeds op hun oorspronkelijke verblijfplek, en als Odysseus hem beveelt te komen weigert hij. Dit tot woede van Odysseus, die hem bijna wil doden, maar hij wordt tot bedaren gebracht door zijn mannen. Uiteindelijk gaat hij toch maar mee, maar misschien had Eurylochos eigenlijk wel gelijk en gaat Odysseus de fout in. Ze verblijven namelijk een heel jaar op het eiland, in luxe en zonder enige verplichting. Eigenlijk is hun lot nu niet heel anders dan dat van de mannen die de Lotus aten bij de Lotuseters. Odysseus wordt uiteindelijk door zijn mannen aangespoord om dan toch uiteindelijk weer te vertrekken, en deze hele episode laat toch ook wel een andere kant van de bemanning zien. Alleen kun je niet alle verleidingen weerstaan, en soms heb je anderen nodig die je weer op het rechte pad kunnen brengen.
Verder is een groot thema natuurlijk dat van de vrouw. Kirke is chronologisch de eerste vrouw die beschreven wordt sinds de terugtocht uit Troje. De heks die haar charmes gebruikt om mannen er in te luizen en te betoveren: het is het angstbeeld van de Grieken voor de vrouw. Het vormt een nieuwe uitdaging voor Odysseus, die hiervoor alleen zijn slimheid moest gebruiken om mannelijk geweld te weerstaan. We zien dat hij hier toch wat meer moeite mee heeft, daar ze hem een jaar hindert van zijn terugtocht, ondanks dat hij haar krachten ‘overwint’ met hulp van Hermes. De betekenis van dit alles blijft dan ook dubbelzinnig, want hoewel hij niet ‘betoverd’ is in de letterlijke zin, wordt hij dat in de figuurlijke wel door de aantrekkelijkheid van het leven wat ze hem biedt. Misschien was het lange verblijf ook wel nodig als rustmoment, zo ziet Kirke het in elk geval (456-465).
De rol van de vrouwen in het verhaal is ook didactief; hun contrast met Penelope, die de ideale Griekse vrouw uitbeeldt, is duidelijk. Kirke is niet getrouwd, misbruikt haar gasten, en verleidt hen die haar aantrekken om met haar naar bed te gaan. Als we Penelope, die 20 jaar lang loyaal blijft, met alle gevolgen van dien, vergelijken met haar man Odysseus, die een jaar met Kirke en later jarenlang met Kalypso slaapt, laat dat natuurlijk enig verschil in waarden tussen de twee geslachten zien. Maar interessant om op te merken is wel dat dit overspel van Odysseus eigenlijk nooit positief behandeld wordt, aangezien het nooit uit zijn initiatief komt en hem uiteindelijk in de weg zit. Des te meer nog met Kalypso, waarvan men tegenwoordig haast zou kunnen zeggen dat ze Odysseus verkracht. Uiteindelijk wordt Odysseus door zijn liefde voor Penelope gemotiveerd om terug te keren, en de aanvaringen met andere vrouwen worden niet met trots belicht. Er wordt dus wel waarde gehecht aan de loyaliteit van de man naar zijn vrouw, al is het wat minder dan voor de vrouw naar haar man.
Naar Hades
Terug naar het verhaal. Kirke vertelt Odysseus nu dat hij naar Hades, de onderwereld, moet gaan om terug naar huis te keren. Hij moet de ziener Tiresias ontmoeten, want alleen hij kan Odysseus vertellen hoe hij terug moet keren. Hiervoor moet hij de Okeanos oversteken, de wereldomringende oceaan, en naar een punt op land gaan waarin twee rivieren van de onderwereld samenkomen. Na enkele offerrituelen moet hij met de stroom van de rivieren meegaan om daadwerkelijk in Hades te komen en te kunnen spreken met Tiresias en enkele helden uit Troje.
Deze reis naar de onderwereld is een vaak voorkomend motief in de westerse literatuur, met de Goddelijke Komedie van Dante misschien wel het meest bekende en meest uitgebreide. Net zoals Dante is Odysseus eerst verdwaald, zowel fysiek als mentaal. Maar om thuis te komen, moet hij als het ware het hoogtepunt van de verdwaaldheid bereiken, door naar de onderwereld te gaan. Zo beschreven lijkt het misschien onlogisch, waarom zou je vrijwillig nog verder dwalen als je doel is om thuis te komen? Maar eigenlijk beschrijft dit de menselijke toestand heel goed. Na zo lang weg van huis is het immers niet meer wat het was; de vrijers plunderen het paleis en Odysseus wordt voor dood verklaard. Odysseus moet eerst waardig zijn, in geest en lichaam, alvorens hij zijn thuis weer kan herstellen. Juist als men de meest duistere diepten van zijn geest confronteert en hierdoor moet lijden, is men weer in staat als herboren eruit te komen, en weer in vrede en geluk te kunnen leven. Door naar de dodenwereld te gaan, sterft Odysseus als het ware en wordt weer herboren als een nieuwe, betere mens. Aan de basis hiervan is het concept dat men op de korte termijn iets moet opofferen en moet lijden, om uiteindelijk een betere toekomst te kunnen bewerkstelligen. Deze worsteling tussen het volgen van de instinctuele neigingen enerzijds, en hiertegen vechten om iets hogers te bereiken anderzijds, is misschien wel dé centrale tweedeling van de menselijke ervaring. De dood staat eigenlijk aan de basis van alle andere angsten, en dus is de keuze voor het oude leven enerzijds, en dood gaan voor een beter toekomstig leven anderzijds, het hoogtepunt van dit dilemma. Dit maakt het in mijn ogen zo krachtig.
Ondanks dit komt Odysseus na dit doorstaan te hebben zeker niet zonder problemen thuis, maar het verschil is dat dit buiten zijn controle is. Hiervoor wist hij nog wel eens domme beslissingen te maken die hem meer kwaad dan goed deden, maar na zijn tocht naar Hades valt er niets meer om hem persoonlijk aan te rekenen.
Nu weer terug naar het verhaal. Voordat ze vertrekken, wordt de onbekwaamheid van de bemanning wederom getoond, op enigszins komische wijze, in de vorm van Elpenor, die dronken op het dak van Kirke’s paleis was gaan slapen. Hij schrikt wakker als hij doorheeft dat iedereen vertrekt, en valt daardoor naar zijn dood.
Eenmaal aangekomen en het offer voltooid, komen de schimmen uit de onderwereld naar hem toe. Elpenor is de eerste ontmoeting van Odysseus in de onderwereld, waarin hij smeekt om op een fatsoenlijke manier begraven te worden, opdat hij niet vergeten wordt. Elpenor zit als het ware tussen leven en dood doordat hij niet gecremeerd en dan in een grafheuvel bijgezet is (het Homerische grafritueel). Anders dan de andere schimmen, die proberen bij het offerbloed te komen om zo te kunnen communiceren, heeft Elpenor dit niet nodig.
Ondertussen moet Odysseus constant andere schimmen van zich afslaan met zijn zwaard, want hij moet eerst op Tiresias wachten. Zelfs wanneer Odysseus zijn eigen moeder ziet, weet hij haar van zich af te wenden, de zelfbeheersing die hij eerst verloor bij Kirke, heeft hij nu weer gevonden. Tiresias verschijnt nu en vraagt aan Odysseus om hem het bloed te laten drinken om zijn lot uit te spreken, Tiresias kan blijkbaar wel zonder het bloed communiceren, maar niet zijn gave gebruiken. Hier wordt duidelijk gemaakt dat Odysseus nog veel lijden moet ondergaan, want Poseidon wil hem nog steeds straffen, maar als hij zichzelf en zijn bemanning kan beheersen zal hij thuiskomen, waar de vrijers gedood zullen worden.
Hierna kan Odysseus eindelijk met zijn moeder Antikleia spreken, die hem vertelt wat er met zijn familie is gebeurd: Penelope blijft loyaal; Laërtes, Odysseus’ vader, leeft als een kluizenaar in verdriet en Telemachos ‘neemt aan de maaltijd de plaats in die een ordebewaarder verdient’, wat enigszins vreemd is gezien de situatie met de vrijers. Dit speelt zich af voordat de vrijers zijn ingetrokken, als we bedenken dat Odysseus hierna nog 7 jaar op het eiland van Kalypso zit, en ze volgens Athena nog maar 3 jaar geleden zijn ingetrokken(13.377), maar dit betekent ook dat Telemachos nog heel jong is. En in de eerste boeken is het duidelijk dat Telemachos op een oudere leeftijd ook niet serieus wordt genomen. Dat dit op een andere versie van het verhaal duidt lijkt me onwaarschijnlijk, want het verhaal van Telemachos als jonge heerser zonder autoriteit is zo essentieel voor het hele verhaal. Als zonder Odysseus alles nagenoeg pais en vree is, waarom zou hij dan terug moeten komen? Misschien is dit een overdrijving om Odysseus gerust te stellen en zijn moed erin te houden om thuis te komen, zodat het duidelijk is dat zijn erfenis niet helemaal verloren is en hij niet zal wanhopen. Odysseus zal later in boek 13 weliswaar de waarheid leren, maar dan is hij al aangekomen op Ithaka, en heeft de moeilijkste uitdagingen er op zitten.
Hierna krijgen we een overzicht van verschillende vrouwen die Odysseus ontmoet, wat bij een eerste lezing wat willekeurig overkomt. Echter zit er wel enige orde in. Het zal te langdradig worden om elke vrouw apart te behandelen, maar ze kunnen in twee groepen worden verdeeld. De eerste hebben zonen gekregen met goden, of beroemde menselijke zonen gebaard. Deze vrouwen en zonen komen echter niet aan een goed eind, bijvoorbeeld Epikaste (later Jokaste), de moeder/vrouw van Oedipus, die zelfmoord pleegt nadat ze geconfronteerd wordt met het feit dat ze is getrouwd met haar eigen zoon. Voor al deze gevallen geldt dat de vrouwen een verkeerde keuze maken in de liefde bij afwezigheid van hun man, of hij nou nog leeft of niet. Dus dit kan als een waarschuwing voor wat er kan gebeuren met Penelope worden gezien, en Odysseus motiveren om spoedig thuis te komen. De volgende groep is kleiner en wat lastiger te duiden. In hun levensloop zijn ze vergelijkbaar met de eerste groep, maar ze zijn niet gedefinieerd in hun rol als moeder. De liefde laat hen echter ook in enige mate bedrogen achter. Bijvoorbeeld Ariadne, die niet door haar liefde Theseus verlaten wordt, maar als hij haar naar Athene brengt wel wordt gedood door Artemis. Het lijkt dus wederom weer een soort waarschuwing tegen de verkeerde liefde te zijn, en niet echt een aparte functie te vervullen. Ik kan me voorstellen dat dit een latere toevoeging was, als er behoefte was om meer verwijzingen naar bekende mythen aan het verhaal toe te voegen.
Na deze lange beschrijving komt er voor het eerst een nodige onderbreking in Odysseus’ verhaal aan de Faiaken, en daarmee ook voor het eerst sinds het begin van deze reeks artikelen, want Odysseus is moe en wil slapen. Echter, de Faiaken zijn zo onder de indruk van het verhaal dat Alkinoös vraagt of hij toch verder wil vertellen, specifiek vraagt hij of hij nog beroemde helden in de onderwereld heeft gezien. Odysseus reageert instemmend, want hij zal de volgende dag nog meer geschenken krijgen, en nadat hij alles verloren is zijn deze nu eenmaal belangrijk voor zijn roem op Ithaka. We worden na die lange vertelling, waarin je haast zou vergeten dat Odysseus dit alles aan de Faiaken vertelde, op subtiele wijze hierop ook geattendeerd, want Alkinoös complimenteert Odysseus op het feit dat hij geen leugenaar is zoals vele anderen dat zijn in hun verhalen. Gezien het gedrag van Odysseus is dit natuurlijk vrij ironisch, en het laat ons twijfelen aan de betrouwbaarheid aan zijn verhaal. Maar tegelijkertijd kan ik deze vertelling toch niet als één grote fabel zien, zoals eerder vermeld. Er zouden genoeg kleine dingen kunnen zijn waardoor Odysseus hem iets beter uit te verf laat komen, maar in grote lijnen zien we dat hij genoeg foute beslissingen en moeilijkheden ondergaat, alleen al bevestigd door de enorme tijd dat hij weg is. Als Homeros bedoeld had dat Odysseus hier grote leugens vertelt zouden alle gebeurtenissen als het ware betekenisloos zijn, dus dat lijkt me onlogisch. Misschien is dit compliment oprecht bedoeld voor het spreken van Odysseus, en daarmee prijst Homeros zichzelf indirect.
Odysseus vertelt over zijn ervaringen in Hades. Nu ontmoet hij de overleden helden van de Ilias. Om te beginnen Agamemnon, die vertelt over zijn moord aan de hand van Aegisthus, zijn neef en zijn vrouw Klytemnestra, die samen een affaire hebben. Agamemnon vervolgt in een tirade over vrouwen in het algemeen, en waarschuwt Odysseus dat ze nooit helemaal te vertrouwen zijn. Hij vraagt ook naar het lot van zijn zoon Orestes, die hem later zal wreken, maar Odysseus weet hier niets van. Wat er met Agamemnon gebeurde is misschien wel de reden waarom Odysseus Penelope uiteindelijk zo op de proef stelt, door zijn identiteit te verhullen tot het laatste moment. Wederom zullen deze opmerkingen waarschijnlijk niet goed vallen bij de moderne lezer, maar gezien wat er met Agamemnon is gebeurd is dit ook een extreem geval en een emotionele reactie. En uiteindelijk is de fundamentale oorzaak van de dood van Agamemnon ook niet Klytemnestra of het gedrag van vrouwen in het algemeen, maar de vloek die op zijn familie, de Atreïden rust.
De volgende ontmoeting is met Achilles, de grote held van de Ilias. Odysseus prijst hem, en merkt op dat hij wel de gelukkigste moet zijn, want hij is nu een ‘koning over de doden’ (11.485). Achilles ontkent met misschien wel een van de belangrijkste zinnen van het boek:
“Probeer mij niet op te monteren over de dood, stralende Odysseus,
Liever zou ik een dagloner zijn voor een ander,
in dienst van een arme met heel weinig bezit
dan te heersen over alle weggeteerde schimmen.” (11.486-491)
Dit is een complete breuk met de roemgedachte, die in de Ilias maar ook voor Odysseus zo belangrijk is. Achilles was heroïsch, want wetende dat hij daardoor ging sterven, koos hij voor een eervol kort leven dan een lang roemloos leven. En zo ook Odysseus, bij de Lotoseters, bij Kirke, en bij Kalypso. Wat moeten we hier dan van maken? Ik denk dat Odysseus in de hele tocht door Hades geconfronteerd wordt met de extremen, waarin hij de balans moet zoeken. Blijven bij Kirke bijvoorbeeld was geen goed idee, maar hij moet streven naar een gelukkig leven weer thuis op Ithaka bij zijn familie, in plaats van onnodige risico’s nemen om de roem op te zoeken, zoals toen hij de kykloop uitdaagde. Hierna zien we Odysseus dit soort dingen ook niet meer doen.
Echter, zelfs Achilles kan deze gedachte niet helemaal loslaten, daar hij vraagt hoe het met zijn zoon Neoptolemos gaat, in de hoop dat hij zijn vader nog heeft overtroffen in glorie. Odysseus prijst hem als een geweldige krijger, die meeging in het houten paard en daarna zonder wonden naar huis vaarde. Dit antwoord stemt Achilles heel tevreden en hij verlaat Odysseus weer.
De laatste Iliadische held die Odysseus ontmoet is (Grote) Ajax. Alleen, Ajax reageert niet, nog steeds woedend op Odysseus omdat hij van hem had verloren bij de toewijzing van Achilles’ harnas en wapens na zijn dood. Dit heeft hem tot zelfmoord gedreven, en nu dus zelfs in Hades heeft hij dit niet laten gaan. Odysseus probeert met hem te verzoenen, maar tevergeefs.
Al deze drie helden laten dus zien dat het Iliadische ideaal toch niet zo ideaal was, want in de dood is niemand gelukkig:
- Van Agamemnon leert Odysseus dat hij de orde in de familie goed moet bewaken.
- Van Achilles leert hij jezelf de dood in jagen voor roem ijdel is.
- Van Ajax leert hij dat vasthouden aan wrok zonder ooit een kans te krijgen het op te lossen ook vreselijk is.
We zien Odysseus dus later al deze drie gevallen behandelen, dat van Agamemnon door Penelope te testen voor haar loyaliteit, dat van Achilles door zich in te houden en alle focus op thuiskomen te leggen, en dat van Ajax wordt behandeld door niet zijn wrok in te houden, maar het eens en voor altijd af te ronden door de slachting van de vrijers.
Hierna komt Odysseus andere mythische helden tegen. Koning Minos, die de zielen in Hades berecht, de jagende reus Orion, en drie figuren die voor eeuwig gestraft worden door hun zonden tegen de goden: Tityus, Tantalus en Sisyphus. Orion staat hier wat willekeurig tussen, maar de anderen zijn wellicht een waarschuwing voor Odysseus dat hij de goden niet té boos kan maken. Belangrijker echter is de laatste ontmoeting, met Herakles.
Ten eerste valt het op dat Herakles hier is, maar ook bij de goden op Olympos zou moeten zitten. Hoe kan dit? Ik vermoed, dat dit soort droomachtige ervaring is, in plaats van een fysieke plek waar Odysseus zich bevindt. Ten eerste valt het al op dat de meeste schimmen niet kunnen spreken zonder het offerbloed te drinken, alsof hun ziel ontbreekt en hierdoor wordt opgeroepen. Ten tweede het proces, in plaats van een gat bereikt Odysseus Hades in een grot, en ondanks dat we constant nieuwe figuren zien, ook enigen die niet kunnen bewegen zoals de zondaars. En er wordt ook niet echt beschreven dat Odysseus dan naar hen toe beweegt. Het lijkt er op dat dit alleen beelden zijn die verschijnen aan Odysseus, als een soort droom. Nu wil ik niet zeggen dat het bovennatuurlijke aspect niet bestaat in deze wereld en Homeros alleen maar natuurlijke fenomenen op mythische wijze beschrijft, dat is te kort door de bocht. Maar de tocht naar Hades, hoewel er eerst fysiek naar het punt wordt gevaren, is uiteindelijk een innerlijke tocht, niet gebonden aan een bepaalde plaats.
Als laatste vraagt Herakles aan Odysseus of hij ook zo’n lot als hem moet ondergaan, en klaagt dat hij in dienst van een minderwaardige man moest werken. Deze opmerking komt later ook met Odysseus overeen, als hij vermomd als varkenshoeder in Ithaka voor de vrijers moet werken.
Maar eerst zal Odysseus nog naar Ithaka komen. In het volgende artikel beschrijven we de moeilijke terugtocht die de herboren Odysseus nog te wachten staat, voordat hij uiteindelijk bij de Faiaken arriveert en terug naar Ithaka kan komen.
Laat een reactie achter: